fakkel

fakkeltjes.be

  1. Digitale planeet
  2. Dossiers

Mode

Mode is een heersende gewoonte, gebruik of stijl in de tijd. Mode gaat niet enkel over trendy kledij en hippe muziek, maar ook over het hebben van opvattingen en hoe deze veranderen doorheen de tijd. Wie bepaalt nu juist wat modieus is en wat niet? Is het goed om mee te doen met ‘de mode’? In dit dossier pluizen we deze en andere vragen samen met jou uit!

Kledij en versieringen

In de oertijd liet men met zijn kledij en versieringen zien bij welke stam of groep men hoorde. Dat was best handig. Je wilde namelijk zeker zijn dat je met je knots de schedel van de vijand insloeg en niet die van een eigen stamgenoot. Kleding en versieringen maken dus een onderscheid tussen groepen. Door kleding en versieringen tonen mensen niet enkel dat ze bij een groep horen, maar voelen ze zich ook sterker verbonden met de groep.

Beter dan de rest

Kleding en versieringen maken niet enkel onderscheid tussen groepen, maar ook binnen groepen. Je kan ervan uitgaan dat de leider van de stam holbewoners steevast de mooiste sieraden droeg (toen waren dat nog de tanden van een gevelde vijand).
In de 17de eeuw had je een koning die wel heel ver ging in zich te onderscheiden van zijn onderdanen. Lodewijk XIV (de veertiende) was heerser over Frankrijk en werd ‘de zonnekoning’ genoemd. Hij was dan ook een echt zonnetje in huis. Niet alleen woonde hij in het beeldschone Paleis van Versailles, hij droeg ook de allermooiste kledij, gemaakt van de duurste stoffen die van alle hoeken van de wereld richting Parijs werden gebracht. Met zijn prachtige klederdracht onderscheidde hij zich van alles en iedereen.
Zo ging het er lang aan toe in onze geschiedenis. Mooie kledij was voorbehouden aan de adel (de rijke machthebbers). De adel kon zich via kleding en andere pracht onderscheiden van het gepeupel dat zich in lompen wikkelde. Kleren waren vroeger heel duur omdat ze met de hand werden gemaakt. Met de opkomst van machines konden kleren worden geproduceerd op grote schaal. Dit zorgde ervoor dat vandaag de dag (bijna) iedereen leuke kledij kan kopen.

Haute couture: Kleding die door modeontwerpers voor een zeer select (en vooral zeer rijk) publiek op maat wordt gemaakt.
Confectiekleding: Kleding die je gewoon in de winkel vindt en in verschillende maten te verkrijgen is.

Soms dragen mensen aangepaste kledij. Leger, politie, brandweer, dokters: ze hebben allemaal hun eigen uniformen.
Ook op sommige scholen dragen de leerlingen een uniform.
“Op die manier is iedereen gelijk.”
Ga jij akkoord met deze stelling? Zou je graag een uniform dragen op jouw school?
Wat is jouw mening?

Kleren maken de man of vrouw

Kleren en versieringen worden vandaag niet enkel gedragen om bij een bepaalde groep te horen of om zich beter te voelen dan iemand anders. Mensen gaan meer op zoek naar een eigen unieke stijl. Dat lukt best aardig met een tatoeage op je voorhoofd of een blauwe haarkleur bijvoorbeeld. Kledij en versieringen worden dus gebruikt om te tonen wie je bent. Maar misschien kan het je helemaal niet schelen wat voor kledij je draagt. Weet je wat? Dat is ook helemaal oké. Dat is het leuke aan je optutten: iedereen doet gewoon lekker waar hij of zij zin in heeft. Zolang je maar je onderbroek niet op je hoofd draagt. Alhoewel, misschien wordt dat ooit wel mode!

Sommige kledingmerken zie je haast overal ter wereld opduiken. Toch zijn er nog culturen die vasthouden aan hun eigen stijl. In sommige Afrikaanse en Amerikaanse culturen draagt men bijvoorbeeld een lipschotel om de lip uit te rekken (waarschuwing: probeer dit niet thuis na te doen!). In de meeste landen dragen mensen voornamelijk 'moderne' kleding. Traditionele kledij wordt alleen nog bovengehaald voor feesten en speciale gelegenheden.

Wie bepaalt ‘de mode’?

  1. Modeontwerpers bedenken nieuwe kledingstijlen. Soms ontwerpen ze wel heel gekke dingen. Met hun stukken wordt gepronkt op de catwalk door modellen (ook wel ‘mannequins’ genoemd).
  2. Winkelketens kiezen bepaalde ontwerpen uit. Door de kleren op grote schaal te gaan produceren worden ze ook betaalbaar voor het grote publiek.
  3. Reclame, reclame, reclame. Reclame heeft enorme invloed op hoe we denken. Reclame sluipt in je gedachten. Je komt iets tegen in de winkel en plots zeg je: ‘He, leuk!’. Het kan zijn dat je het leuk vindt omdat je het ooit al eens gezien hebt in een TV-spotje. Misschien herinner je je het zelfs niet meer! Pop- en filmsterren spelen ook een belangrijke rol. Mensen willen zich soms een beetje als hun idool voelen en dragen daarom graag dezelfde of gelijkaardige dingen als hen. Daarom vragen winkelketens vaak aan pop- en filmsterren om reclame te maken voor hun kledingmerken.

Schone kleren

Onze kledij wordt vandaag de dag vooral in China, Turkije, Bangladesh en India geproduceerd. Vaak gebeurt dit door (zeer jonge) vrouwen die in slechte omstandigheden erg hard moeten werken voor heel weinig geld. Er wordt dan ook druk gezet op winkelketens om ervoor te zorgen dat ze enkel kleren aanschaffen die eerlijk worden geproduceerd, met respect voor mens, dier en milieu. Veel winkels beloven hier meer werk van te maken, maar regelmatig blijven er schandalen opduiken.

Leuke weetjes

  1. In het oude Egypte haalde men de ingewanden uit de overledene (Vraag niet hoe … Oké, één tip: neus.). Het lichaam wikkelde men in linnen. Egyptenaren hielden trouwens niet van haar: ze schoren alles af. Zelfs hun wenkbrauwen!
  2. De spijkerbroek of jeans was oorspronkelijk een werkbroek ontworpen voor goudzoekers in het Wilde Westen. Er zitten spijkertjes in die ervoor zorgen dat de broek niet snel scheurt. Vandaag doet men de gekste dingen met jeansbroeken. Hoe kappotter hoe hipper lijkt het wel.
  3. Op de eilandengroep Bikini werden in 1946 atoombommen getest. Een modeontwerper noemde zijn nieuwe creatie naar de eilandgroep. De bikini was in die tijd ook wel 'explosief' te noemen. Veel mensen vonden het niet kunnen om zo schaars gekleed te zijn. Dat was niet zedig, volgens hen.

Muziek

Muziek is continue in verandering. De klassieke werken van Bach en Beethoven gaan al eeuwen mee, terwijl popmuziek vaak even snel opkomt als het later weer verdwijnt.

Al sinds de oertijd maken mensen muziek. De laatste eeuwen zijn er heel wat nieuwe instrumenten uitgevonden.
Nieuwe muziek gaat vaak in tegen de modieuze muziek van die tijd. In het begin van de 20ste eeuw ontstond bijvoorbeeld jazz, muziek gebaseerd op Afrikaanse ritmes. Dit was heel wat anders dan de ‘normale’ klassieke muziek en werd door veel als choquerend ervaren.
In de jaren '50 en '60 brak de rock ’n roll door. Artiesten zoals Elvis Presley en The Beatles zorgden voor ongeziene rages. Muzikanten waren vanaf nu echte sterren die duizenden harten sneller lieten slaan.
In de jaren '70 had je de opkomst van de punkmuziek. Deze ruige muziek werd gekenmerkt door zijn snelle eenvoudige ritmes. De punkrage ging samen met een duidelijke kledingdracht: strakke zwarte kledij, piercings en een hanenkam. Ik heb het algemeen wat moeilijk met mengeling van verleden tijd en tegenwoordige tijd.
Ouders werden horendol van dat gejengel. Net daarom was het zo populair bij de jeugd. Punk stond voor protest. Muziek kan dus niet alleen leuk zijn om naar te luisteren, maar ook een diepere boodschap met zich meedragen.
Vandaag spelen computers een belangrijke rol in het maken van muziek. Je hoeft geen instrument meer aan te raken of iets van notenleer te kennen om een leuk nummer te maken. Sommigen vinden dat stom: “Muziek maken is niet meer wat het geweest is.” Anderen vinden het net positief dat iedereen makkelijk muziek kan maken met behulp van een app op een tablet of smartphone.

Wie zijn volgens jou de grote popsterren vandaag?

Speelgoed

Sommige spelen zoals tikkertje en verstoppertje gaan al jaren mee. Maar speelgoed komt vaak in rages die heel plots helemaal kunnen verdwijnen. Weet je wat flippo’s zijn? Je leerkracht of ouders vast wel. Flippo’s zijn schijfjes die in de jaren '90 bij zakken chips zaten. Ze waren heel erg populair. Elk kind had wel flippo’s, niet één of twee, maar tientallen. Een goede vijftien jaar later zijn ze helemaal van de aardbol verdwenen.

Opvattingen

Opvattingen veranderen niet zo snel als de mode van kleren, muziek of speelgoed. Toch hebben nieuwe opvattingen meer impact op ons leven dan een hippe broek, een nieuwe dans of de allerlaatste game.
75 jaar geleden stond Europa in vuur en vlam. Wereldoorlog II zorgde ervoor dat mensen van verschillende landen elkaar rauw lustten. Fransen en Duitsers waren door de geschiedenis heen nooit goede vrienden en ook in de tweede wereldoorlog vochten ze tegen elkaar.
In de jaren ’50 ging bijna iedereen elke zondag naar de kerk. Ook al begonnen er dingen te veranderen, toch bleven de meeste vrouwen nog steeds thuis om voor de kinderen te zorgen. Niet dat er iets mis is met thuis blijven om kinderen op te voeden, maar de vrouwen hadden toen geen echte keuze over wat ze wilden doen met hun leven. Dat is nu gelukkig, in vele gevallen toch, anders.
Mannen die op mannen vallen en vrouwen die op vrouwen vallen bleven ‘in de kast’. Die uitdrukking betekent dat ze niet openlijk durfden praten over hun geaardheid en op wie ze echt verliefd waren.
In deze tijd had België een kolonie in Afrika, Congo. Toen heerste er nog de opvattingen dat mensen met een donkere huidskleur minder waard waren dan blanken. Daarom was het oké om daar de baas te gaan spelen. Doorheen de jaren zijn al deze opvattingen grotendeels veranderd. En gelukkig maar. Welke gedachten zullen mensen in de toekomst hebben? Hoe zullen ze terugkijken op onze opvattingen? Interessant om daar eens bij stil te staan.
“De mensen van begin 21ste eeuw waren zeer lief voor elkaar. Er was nog nooit zo weinig misdaad en ze leefden langer en gezonden dan ooit tevoren.” “De mensen van begin 21ste waren gek. Ze doodden dieren om op te eten, verplaatsten zich in heel erg gevaarlijke voertuigen (auto’s) die bovendien ook nog eens het milieu om zeep hielpen.”

Hoe denk jij dat mensen binnen 100 jaar gaan terugkijken op onze opvattingen?

Mode: (on)zinnig?

Mode is afhankelijk van de tijd waarin je leeft. Mode ontstaat vaak als een lopend vuurtje. Het is niet altijd makkelijk te voorspellen wat nu juist mode gaat worden. Wat nu cool is, is even later misschien een beetje belachelijk. Mode komt vaak even snel als ze verdwijnt. Als iedereen iets heeft, wil plots niemand het meer. We spreken over modetrends: een trend is een tijdelijk fenomeen.
Mode laat soms weinig ruimte voor afwijking. Als je meedoet met ‘de mode’ ben je zogezegd 'cool', anders niet. Dat is uiteraard heel stom. We hebben al gezien dat mode soms wordt gebruikt door mensen om zich beter te voelen dan anderen.
Steeds het laatste nieuwe willen hebben, brengt ook heel wat problemen met zich mee. Ten eerste betaal je je blauw als je altijd nieuwe dingen moet kopen. Het is bovendien ook niet milieuvriendelijk om steeds nieuwe spullen aan te schaffen, terwijl je iets hebt liggen dat nog werkt. Zo ontstaat er een enorme afvalberg.
Iedereen vindt het leuk om eens iets nieuw te krijgen of kopen. Toch is het ook belangrijk om ook eens stil te staan en tevreden te zijn met wat je hebt.

terug naar boven